A DECEMBER: ENKELE WINTERGEDICHTEN

1 winternacht

zoals deze wijn

lauw en loom

hangt in het

glas, wiegelt

in welving en

traant slechts

bij overstag

(eender een

Franse boezem,

nadeinend,

rustend in

room & chair,

zoekend naar

eigen oog)

zo, nors en

star, vol van

lege pracht,

deze winternacht

© Herman Rohaert


2  kersttuin

kijk deze tuin

hij sneeuwt zich

dicht, dekt zich

toe.

-rijp verglaast zijn

gras, rijm versuikert zijn

takkenbossen, mist

behaart zijn kruinen,

stilte warrelt in

watten dotten neer

uit ijzergrijze

lucht-

opgemaakt is hij

nu voor kindervoetjes,

bloot, twee, of vier, en

hun wildstil

vogeldansje.

© Herman Rohaert

B JANUARI/FEBRUARI (pril)

3 pale light

veranderlijk, verraderlijk

dit zijdelingse winterlicht

– wit, citroengeel –

een pas geworpen lam

op te hoge poten

maar toch niet

langer ontdaan van

alle hoop, kiemend,

het februarilicht

© Herman Rohaert

4 zeerook

de luchten besterven in

kleur van dode zalm

– nog laatste witte krijgers,

krijtend er doorheen –

straks krult zeerook

binnen, wordt ook

de laatste spoeltong

gewolkt in zand

en vergeten en,

liefste,

wacht ons nog

enkel een huiver,

een ril.

© Herman Rohaert

C  MAART/APRIL (wie weet er wat ie wil?)

5 paddenkokers, fuiken van liefde

Blindtraag,

(op de tast),

in diepe regennachten

komen ze de kokers

ingerold, gestrompeld,

beroesd door onweerstaanbaar

visioen van hemels bad.

(is het nog winter?)

In koude maneschijn,

in koele stilte,

slaan ze straks open

hun kille vliezen,

klamme billen,

klieren en cloaca’s

in dit heerlijk wad.

Verkwikt, verlicht, verlost

gaat daarna de weg terug,

achter de kokers wacht weer

donker het bos, onveranderd

de duistere sleur.

© Herman Rohaert

6 paaswensen: urbi et orbi:

Urbi et Orbi, of Panta Rhei

De trein trekt zich op gang,
grijs uit het station, zwarte
raaf klappert op van tussen
de sporen, schaduwen staan
gebrand op de wijkende muren.

Doorheen vuil & vettig glas
drink ik mijn gevangenschap,
grijns me later in de spiegeling
iets bijeen, speur tenslotte de
lange stroom af naar monding
en oneindig.

We staan weer op vertrek,
verleden kan niet blijvend
toekomst zijn.

© Herman Rohaert

MEI (de weelde)

7 klaver & malve

Deze dag, rood van zomer

likt zo vrolijk weg, in de

stadsvijver de groene vissen

glijden glad voorbij in eeuwige

cirkels, de palmen wuiven

hun geschubde oksels bloot,

het versgemaaide gras geurt

zoet naar banaan.

Deze dag wist alle winter,

schuurt de donkere droesem

uit de bodem van de glazen,

brandt het geronnen bloed

van het plaveisel, licht het

mascarazwart rond meisjesogen

op tot fosforblauw.

Zo gaat dat deze dag, zo

opent de reidans van het

vederlichte en tomeloze:

vlecht snel nu de kransen

van klaver & malve,

de faunen, de satyrs,

hoor hun nakend

hoefgeroffel.

© Herman Rohaert

8 meise grassen

nu

langs bermen,

beemden,

de meise grassen,

hoog en groen en

honingblond gepruikt.

hoe ze

gestreeld,

hoe ze wiegen,

golven in

hooiend avondlicht,

nu,

nog even,

voor het maaien

begint.

© Herman Rohaert

9          

          FATA MORGANA[1]

Waarom deze smeedijzeren poort?

Tussen twee bakstenen stijlen weigert

ze de toegang tot de burcht: open schuur

opgetrokken uit brokkelend beton.

Met paardenbloemen feestelijk bezaaid,

afgelijnd door symmetrische verkavelings-

wegen: de kasteeltuin. Het bordes te rijkelijk

besmeerd met natte Nutella.

Links en rechts bolt tot bruine naaktheid

geploegde aarde, gelaten wacht ze op

volgende bui en erosie. Ook al liegt de lucht

zon, blauw en wolken, niets maakt

men ons hier nog wijs.

© HERMAN ROHAERT


[1] Bij een foto van Iene Mesotten, ‘in the middle of nowhere’, Batsheers, april 2012.

10

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: